De universitaire campus bestaat al
Ingezonden brief in het Leidsch Dagblad dd. 24 november 2018
Lof voor de bewonerscommissie van het Doelencomplex en lof voor de woningcorporatie De Sleutels om 58 goede sociale huurwoningen niet zomaar even te laten slopen door de Universiteit. (Leidsch Dagblad 20 november jl).
Er zijn veel argumenten om tegen dit onzalige plan van de universiteit in te gaan, al was het maar omdat er in Leiden al een groot tekort is aan sociale huurwoningen.
Er kunnen nog wel enkele overwegingen aan worden toegevoegd. Ken uw geschiedenis. Het ontstaan van dit gehele complex is pas tot stand gekomen na een langdurig conflict, eind jaren ’70, tussen gemeente en universiteit. Het begon met een plan van de universiteit om twee flinke torens te bouwen aan de Singelrand. Een brug naar de inmiddels gedempte Rijn en Schiekade zou verbinding geven met de geplande vierbaans autoweg.
Het nieuwe college van burgemeester en wethouders (1974) laat vanaf de eerste dag van aantreden weten dat dit plan van tafel kan. Wethouder Waal wil geen torens tot 125 meter hoogte, maar sociale woningbouw op het Doelenterrein. Na lang gedoe is er in 1976 een deal gesloten tussen beide partijen. De universiteit krijgt tweederde van het Doelenterrein, de rest komt beschikbaar voor woningbouw, maar dan mogen er in de Pieterswijk geen nieuwe universitaire vestigingen bijkomen. Dit compromis is in 1978 vastgelegd in het structuurplan voor de binnenstad en in het bestemmingsplan Pieters-Academiewijk. Met instemming van de gemeenteraad, met uitzondering van het CDA. Het CDA ziet de universiteit liever vertrekken naar het Schuttersveld en het hele Doelenterrein gereserveerd voor woningbouw, voor gezinnen dus.
Nu gaat het de universiteit wéér om gebiedsuitbreiding en wel om een ’aantrekkelijke’ campus te realiseren. Welnu, die mooie campus is er nu al!
De hele Pieterswijk is immers één grote universiteitscampus waar alle gewenste voorzieningen zijn te vinden. In een straal van slechts een paar honderd meter zijn er prachtige faculteitsgebouwen, universitaire instituten, collegezalen, een indrukwekkende universiteitsbibliotheek, het bestuursgebouw van de universiteit, de Hortus. Er zijn studentenwoningen in alle varianten en prijzen, vestigingen van meerdere studentenverenigingen, maar er zijn ook café’s, restaurants, hotels, dag- en avondwinkels en dat alles in een unieke monumentale omgeving, met de historische Pieterskerk en het Academiegebouw als hoogtepunten.
Waar in de wereld is er zo’n unieke campus te vinden? Welke wereldstad heeft al deze voorzieningen zo compact, in zo’n unieke historische omgeving en dan ook nog in zulke goede bouwkundige condities beschikbaar?
Dat er in de jaren ’70 een strijd is geleverd tussen universiteit en gemeente kwam voort uit een visie van de gemeente Leiden hoe een binnenstad leefbaar moet zijn, aantrekkelijk kan zijn voor iedereen. Het resultaat van die visie is nu te zien in de Pieters- en Academiewijk: een harmonieus samengaan van wonen, werken, studeren en recreëren.
Geen monocultuur, geen doodse éénzijdigheid met uitsluitend universitaire voorzieningen of uitsluitend dure woningen. Juist de vermenging van alle functies, het samenleven van veel verschillende bewoners, studenten, andere Leidenaren en bezoekers van verre. Dat alles in zo’n klein gebiedje, dat maakt deze campus Pieterswijk zo bijzonder en prachtig. En wat ook erg zou moeten helpen: stadhuis en universiteit liggen op loopafstand. Dan moeten partijen elkaar toch met respect voor de historie kunnen vinden zonder de loze universitaire dreigementen desnoods naar Den Haag te verhuizen.
Frits van Oosten, Leiden